"Hoe vaak zijn wij naar de hel getrokken en waren weer op tijd terug voor het ontbijt."1)
U staat voor een automaat, u wilt chocola.
U stopt een voor een de munten in de automaat, misschien uw pasje,
u drukt op de knop,
en ja, u heeft de automaat overtuigd,
u krijgt uw warme chocola.
Zoals we geld in een autmaat stoppen,
zo stoppen we woorden,
'words, words, words' verzucht Hamlet,
in onze toehoorder
en we hopen dat deze er chocola van kan maken.
Spreken gaat vanzelf.
Spreken is vanzelfsprekend...
Maar vanzelfsprekend spreken niet.
En ik weet niet of u chocola kunt maken van dat wat ik nu ga zeggen, maar vanzelfsprekend is ook dat niet.
Kennelijk is er meer aan de hand tussen inhoud, spreker en luisteraar,
dan het mechanisme van een koffieautomaat.
In de orkaan van woorden die dagelijks over ons heen rolt,
trekken er al zo'n zevenentwintig jaar dagelijks mensen aan mij voorbij.
Zij willen even stilstaan om te pogen echt iets te zeggen.
In hun hart willen al deze mensen in feite dat
"After the word is spoken, nothing is quite the same again"2),
met andere woorden ze willen iets oproepen bij de luisteraar dat eerst niet als zodanig herkenbaar was,
of iets bij de luisteraar bevestigen,
of ze willen hem overtuigen.
Daartoe zijn ze bereid alles in te zetten wat ze in huis hebben,
benodigde kennis, ervaring, bezieling,
hun instrument, stem, lichaam èn
taal: words, words, words...
Vraagt u nu, wat is dan je punt? Waar wil je heen?
Dan zeg ik, ieder mens, zo is mijn ervaring, haalt om een gehoor toe te spreken het beste uit zichzelf, maar niet ieder mens is zich ervan bewust
hoe die kracht zich precies uit en
hoe deze nog beter ingezet kan worden om de inhoud over te dragen aan anderen.
Ik geef een voorbeeld:
U wilt u uitdrukken in een nieuwe taal. Hiervoor is het niet voldoende om te weten wat u wilt zeggen, ook al haalt u het beste uit u zelf.
U heeft vocabulaire en grammatica nodig om dat wat van binnen speelt over te dragen aan anderen. Vocabulaire en grammatica vormen de brug.
Maar hoe groter uw vocabulaire wordt van de taal, hoe helderder en verfijnder u zich kunt uitspreken over uw boodschap, des te duidelijker,
preciezer en 'more eloquent' ook uw gedachten worden.
Op een zelfde manier hebben we ook presentatievaardigheden nodig om een inhoud over te brengen op publiek.
Die vaardigheden waar we aan werken vormen de vocabulaire en grammatica van het presenteren.
Maar tegelijkertijd helpen die vaardigheden ook weer om de inhoud aan te scherpen en aan te wakkeren. (Met inhoud bedoel ik kennis,ervaring en bezieling.)
Vraagt u dan, inhoud, daar ben ik mee vertrouwd, maar waarom zou ook ik aan jou voorbij trekken? Welke vaardigheden zou ik van jou willen leren?
Dan noem ik er een aantal:
Eén van de vaardigheden betreft het hanteren van de wetten van horen en zien. Deze bepalen de inhoudelijke opbouw van uw betoog.
Eén van de vaardigheden betreft het hanteren van het eigen instrument: stem en lichaam.
Ieder mens heeft patronen die een open verbinding tussen boodschap en luisteraar in de weg staan. Vaak uit zich dat in ogenschijnlijk kleine details, waar gek genoeg de luisteraar als een seismograaf zo gevoelig voor is, maar die aan de spreker zelf voorbij lijken te gaan.
Daarom wordt presenteren vaak als risicovol ervaren,
de luisteraar kan je op van alles 'betrappen'.
Eén van de vaardigheden betreft woorden niet als een pantser hanteren, maar als een venster.
Nadat mensen met mij gewerkt hebben, krijgen ze vaak van hun luisteraars te horen 'je was tijdens je verhaal zoveel meer dan voorheen jezelf.'
Vanuit mijn achtergrond werk ik met elementaire acteeroefeningen en vaak ook met toneelmonologen.
Hoe kan dat? Meer jezelf worden in een presentatie door acteeroefeningen?
Acteren is toch doen alsof?
Paradoxaal als het lijkt verscherpen de elementaire oefeningen de intuïtie.
Intuïtie voor wat er, in het hier en nu van de situatie, aan inhoud aan de orde kan zijn
en intuïtie naar buiten toe, naar de luisteraar:
hoe kan ik nu met mijn verhaal de hersenen van de luisteraar aan het werk zetten?
Hoe kan ik hem in zijn hart raken?
Mijn werk speelt zich af op de brug tussen binnen (uw kennis, ervaring, bezieling) en buiten (wat de luisteraar aan boodschap van u ontvangt).
Precies op die brug moet tweerichtingsverkeer plaatsvinden,
druk tweerichting verkeer.
Is de brug te smal dan ontstaat er file.
is de brug breder, dat wil zeggen, heeft de spreker een wijd arsenaal aan gedragsmogelijkheden (zowel talig als niet talig),
dan vindt er een open verbinding plaats tussen inhoud, spreker en luisteraar.
Vraagt u tot slot, waar gaat het nu in essentie om bij presenteren?
Dan eindig ik met Hamlet, 'to be or not to be - that is the question'.3)
1. uit Ajax, Sophocles, bewerking door Robert Auletta, 1987
2. Peter Brook, Théatre des Bouffes, Parijs, tijdens een repetitie van A Midsummer Night's Dream, William Shakespeare, 1993.
3. William Shakespeare, Hamlet, III 1
Omhoog | Terug naar Presenteren
|